Op de website van de Fietsersbond is een artikel verschenen met daarin 15 tips die door racefiets gebruikers zijn opgesteld.
Onderstaand bericht is overgenomen van de website. Het officiële artikel is hierop terug te vinden.
1. Bredere fietspaden, meer ruimte voor fietsers
‘O.a. door corona is er meer behoefte aan ruimte voor recreatie. Dan kan je als overheid dingen gaan verbieden (langs de Vecht fietsen, rondje Ronde Hoep, Vondelpark afsluiten) maar dat is een erg kortzichtige reactie. Het enige juiste antwoord is meer ruimte voor recreatie en fietsers creëren. En zorg in plaats van vrijliggende te smalle (excuus)fietspaden voor minder doorgaand autoverkeer op fietsroutes (knippen, pollers) en lagere maximum snelheden (en daardoor minder verkeerslichten) waardoor fietsers gewoon op de weg kunnen fietsen en elkaar makkelijker kunnen passeren. De versnipperde verantwoordelijkheden voor het onderliggende wegennet maken dit (in tegenstelling tot bij autoroutes) wel lastiger maar Corona kan in dit geval juist als een kans gebruikt worden om echt prioriteit te geven aan een goed regionaal recreatief fietsnetwerk.’
‘Maak de ruimte voor fietsers en fietspaden toekomstproof en handhaaf op parkeren op fietspaden.’
2. Snelle fietsen toestaan op de rijbaan
‘Veel fietspaden in Nederland voldoen domweg niet aan de gebruiksintensiteit en het grote snelheidsverschil tussen fietsers onderling wat soms zelfs groter is dan tussen snelle fietsers en gemotoriseerd verkeer. Wat mij betreft zouden smalle en/of drukke fietspaden langs niet al te drukke wegen moeten worden afgewaardeerd tot onverplicht fietspad (en dit ook voldoende duidelijk maken richting gemotoriseerd verkeer) in combinatie met een snelheidsbeperking van 40km/h voor gemotoriseerd verkeer.’
‘De fietspaden zijn gewoon te smal. Oplossing: als race- of snelle stadsfietser kies ik er vaak voor om op de rijweg te rijden i.p.v. het smalle en drukke fietspad te nemen, vooral in de stad, maar officieel mag dat ook weer niet.’
‘Maximumsnelheid op het fietspad: Fietspaden lenen zich niet voor hoge snelheden. Daarvoor is het simpelweg te druk. Toch mag ik er legaal 40 km/u rijden. Dat wringt. Haal de snelheid eruit door voor het fietspad een maximum af te spreken. Een partij als de ANWB gaat daar al voor. Kijk niet langer naar soorten vervoermiddelen (waarom mag een Speed Pedelec niet langzaam over een fietspad rijden, waarom rijdt de gemiddelde scooter meer dan 35 km/u over een fietspad?), maar reserveer het fietspad exclusief voor iedereen die niet boven een bepaalde snelheid komt. Zo kan dan de Speed Pedelec ook eens op adem komen als hij even geen zin heeft om op maximaal vermogen de auto’s te moeten bijhouden.’
3. Ontwikkel een betere bel
‘80% van de racefietsers heeft een bel. Mensen horen die bel alleen vaak niet. Bijvoorbeeld omdat de bel een te hoog geluid voortbrengt dat ouderen niet meer kunnen horen. Oplossing: Ontwikkel een betere bel die licht, mooi en toch heel helder is.’
‘Een bel is een must voor elke racefietser echter het vinden van een bel die genoeg geluid maakt is een heel ander verhaal. Dat blijkt toch telkens weer als blijkt dat men de bel niet hoort. Als ik dan passeer zeg ik “ik heb toch echt gebeld”. Ik heb een Hide my Bell en die doet het best aardig maar is er nu geen luidere(misschien elektronische bel) te ontwikkelen? Een die er ook nog fraai uitziet, niet groot en te zwaar is? We blijven per slot van rekening toch ijdeltuiten en snelheidsmaniakken.’
4. Soort file-alarm voor drukke dagen op de fietspaden
‘Het is met heel druk autoverkeer op bepaalde tijdstippen en wegen niet voor niets dat de maximum snelheid gereguleerd wordt. Voor uitdagingen waarbij snelheid heel bepalend is, zijn race circuits ingericht. Snelheid in combinatie met drukte en een wisselende kwaliteit en ervaring van de fietsers gaat gewoon niet samen. Kondig voor de fietsers bij de verkeersberichten op de radio aan dat men in de spits en op dagen dat de drukte boven normaal is, men de snelheid hierop aanpast of vraagt om meer rekening met elkaar te houden.’
5. Stel een fietsdiploma verplicht
‘Ik denk dat er heus aso gedrag zal blijven, zeker als er niet een tijdje flink gehandhaafd gaat worden. Maar ik denk wel dat agressie veel meer in de hand gewerkt wordt wanneer verkeersdeelnemers heel verschillende verwachtingen hebben van elkaar. Toen ik aangereden werd terwijl ik van rechts kwam, was de bestuurder oprecht overtuigd dat hij voorrang had en dus kwaad om mijn “domme fietser denkt altijd voorrang te hebben gedrag”. De reactie was denk ik toch anders geweest wanneer hij in de gaten had gehad dat het een gelijkwaardige kruising was. Als ik naar mezelf kijk in ieder geval, ben ik schuldbewust als ik fout zit en makkelijker boos als ik klappen vang door andermans fouten. Een campagne van overheid met duidelijkere regels, zeker ook nu met de extra typen fietsers erbij met meer snelheid, zou daar wel kunnen helpen denk ik dan. Maar goed, volgens mij zou het ook veel schelen als men elke vijf jaar even opnieuw hun theorie moet behalen voor rijbewijs. De regels lijken bij sommigen ene oor in andere weer uit te gaan.’
6. Zet een spiegel op je fiets zodat je niet zo schrikt als een snelle fietser je wil passeren
7. Fiets niet in groepen van meer dan 6 mensen
‘Ik woon in Hengelo in Twente. Toch wel één van de mooiste streken van Nederland en voor ons fietsers is het ook geweldig. Bossen, heuveltjes, ruimte. Er zijn hier ook wielerverenigingen. De leden zijn in het algemeen in kleine groepjes onderweg en geven elkaar en anderen de ruimte.
Je ziet eigenlijk bijna nooit groepjes van meer dan 6 man/vrouw. Dat gaat uitstekend!’
8. Kies rustige tijdstippen en plekken om te fietsen
‘Ik rijd vaak hard maar het moet wel gezellig blijven. Ik fiets dus bij voorkeur in Duitsland of op de zeer vroege zaterdagmorgen, of bij “rotweer”’
‘Ik heb de indruk dat het “probleem” vooral in Holland speelt, veel mensen dicht op elkaar, korte lontjes en doorgaans minder empathie. Daarmee wil ik niet zeggen dat racefietsgroepen geen problemen veroorzaken maar naarmate het drukker is op de weg is de kans op conflicten ook veel groter. Ik nodig de wielrengroepen uit Holland graag uit voor een dagje toeren door het rivierenland, over de dijken, maar ook over de Utrechtse heuvelrug, de Veluwe, de Millingerwaard, de Ooijpolder. Hier is nog veel ruimte en de mensen zijn een stuk gemoedelijker dan in Holland.’
‘Misschien hangt het van de regio af? Ik kom heel vaak groepen wielrenners tegen hier in Flevoland, en ze gedragen zich over het algemeen bijzonder netjes. Een groep heeft kennelijk altijd een leider, die de waarschuwingen naar achteren doorgeeft. Ze gaan altijd netjes aan de kant, en ik wordt ook meestal gegroet.’
‘Negen maanden per jaar kun je als lange-afstandsfietser redelijk uit de wielen in Nederland. Alleen in de drie zomermaanden wordt het erg druk op de fietspaden. Mijn lange fietstochten plan ik dan ook zoveel mogelijk door autoluwe polderwegen zonder fietsvoorzieningen. Maar fietspaden helemaal vermijden is niet mogelijk.Door ervaring heb ik daar een algoritme voor ontwikkeld: snelheid aanpassen uiteraard, afstand houden, inhalen pas als er ruimte is en er geen tegenliggers zijn en buitengewoon alert zijn op het gedrag van de minder ervarenen. Aan iemands houding kun je vaak al aflezen wat het plan is: stoppen, afslaan of toch die haaientanden op de weg negeren. Daarop anticiperen voorkomt inderdaad al heel veel ergernis. Dat neemt niet weg dat ook al denk je overal op te anticiperen je toch wel eens voor verrassingen komt te staan.
Mijn advies aan mede-wielrenners: plan je route over rustige wegen, vermijd drukte en verminder snelheid in stads- en dorpcentra.’
9. Geef elkaar de ruimte
‘Het lijkt alsof sommige mensen helemaal geen racefietsen believen. Als je als toerfietser op zaterdag in de duinen bij Wassenaar rijdt, weet je toch dat er racefietsen zullen zijn? Beetje rekening met elkaar houden (ga ook eens even aan de kant voor die racefietser die jou niet afsnijdt), van allebei de kanten, en het probleem is er praktisch niet meer.’
10. Verbied oordoppen
11. Markeer mountainbikepaden duidelijker zodat wandelaars doorhebben dat ze op een mountainbikepad lopen
12. Ontwerp groepsroutes
‘Ik ben naast woonwerk fietser ook wielrenner en lid van een fietsclub, waarmee ik in groepen tochten van 100+ km maak. Het maken van de route is vaak een heikel punt: je wilt lekker doorrijden over rustige wegen, maar niet iedereen weet die wegen altijd te vinden, waardoor je soms op smalle fietspaden met tegenliggers terecht komt, een recept voor ongelukken. Een mogelijke oplossing is het maken van ‘groepsroutes’ die smalle fietspaden en de bebouwde kom vermijden. Dit zou de Fietsersbond samen met de NTFU en fietsverenigingen op kunnen pakken. Omdat veel wielrenners met een navigatie apparaat rijden is additionele bebording niet nodig, een GPX-bestand volstaat. Zo zorg je dat snelle groepen en langzame fietsers elkaar minder in de weg zitten.’
13. Aparte rijstroken voor langzame en snelle racefietsers
‘Het lijkt mij beter om veel meer ruimte te maken voor fietsers, en dan gescheiden fietsrijbanen: een voor snelfietsers en een voor traagfietsers. En op plaatsen waar dat echt niet kan: voorrang voor één van beide, de ander is te gast. Zoiets bestaat ook op ijsbanen, als ik het goed heb.’
14. Fiets niet naast elkaar als het druk is
Als Fietsersbond hechten we veel waarde aan het recht om naast elkaar te kunnen fietsen. Met elkaar kunnen praten op weg naar school of tijdens een mooie tocht maakt fietsen honderd keer leuker. Fietspaden moeten ook berekend zijn op naast elkaar fietsen.
Naast elkaar fietsen is een prachtig recht. Niet iedereen weet dat en daarom heeft Kees Bakker het in een artikel voor racefietsers nog eens expliciet genoemd. Daarmee riep hij haat en nijd over zich af. Sommige mensen riepen dat hij de verkeerswet verkeerd interpreteerde. Los van het feit dat naast elkaar fietsen een prachtig recht is en dat daar niet aan getornd moet worden, blijkt het in de praktijk niet overal haalbaar. Daarom is het verstandig om bij drukte achter elkaar te gaan fietsen, voor jezelf en voor een ander. Maar goed om te weten voor je door het dak gaat als mensen niet snel genoeg voor jou achter elkaar gaan rijden: het is niet verbóden om naast elkaar te fietsen.
‘Als er niet voldoende ruimte is, fiets dan niet naast elkaar, dat scheelt jezelf en de ander een hoop stress en ergenis. En als je een fietsbel hoort, ga niet eerst kijken, maar schik gewoon wat in.’
‘De meeste scheldpartijen vinden plaats door mensen die naast elkaar blijven fietsen, terwijl ik met mijn fietsbel ruimschoots op tijd aangeef dat ik graag wil passeren en er ook ruimte voor is. De vraag waarom ik niet gebeld heb, beantwoord ik niet eens meer, als ze zelf met een paar oordoppen of met de telefoon in de hand aan het fietsen zijn. Verder groet en bedank ik alle fietsers die ik passeer, omdat we tenslotte met zijn allen gebruik willen maken van het fietspad.’
‘Verbied op smalle fietspaden om naast elkaar te fietsen: zet in het midden een onderbroken streeplijn: linkerbaan UITSLUITEND voor inhalen. En inhalen moet binnen 30 seconden.’
‘Nu met al die drukte en sporters uit de gyms de weg op: Is het nou zo veel gevraagd dat langzaamfietsers NIET NAAST ELKAAR RIJDEN? Ik ben het totaal oneens met Kees Bakker dat naast elkaar fietsers helemaal geen ruimte hoeven te maken. Laat daar eens een verkeersjurist naar kijken. Links blijven autorijden op de snelweg mag ook niet. En daar worden dan ook bonnen voor uitgeschreven. Laat de Fietsersbond ook hun langzaamrijders aanspreken om racefietsers wat ruimte te geven.’
‘Het is inderdaad wel raar dat hier wordt gevraagd hoe we het prettig op het fietspad houden en dat Kees Bakker dezelfde dag doodleuk stelt dat naast elkaar rijdende e-bikers niet opzij hoeven voor snellere fietsers. Zo roep je alleen maar irritatie op. Het klopt trouwens ook niet. Hinderend gedrag op de weg is niet toegestaan. Dat staat voldoende beargumenteerd in artikel 5 van de WVW. Dát althans was de bedoeling van de wetgever toen bij de invoering van het RVV-1990 tal van bepalingen geschrapt werden t.o.v. het oude RVV-1966. Men vond het niet nodig om in elk artikel hinderen apart te benoemen. Maar kennelijk zijn er meer mensen die inmiddels denken dat je hinderend naast elkaar mag blijven fietsen, “omdat het niet meer in het RVV staat …”, vandaar recent het pleidooi van Koos Spee om naast elkaar fietsen expliciet te gaan verbieden. Maar dan altijd en overal. Overigens, passeren mag dan uiteraard alleen weer dan indien dat veilig en zonder hinder kan gebeuren. Dat spreekt voor zich.’
Reactie Kees Bakker op naast elkaar fietsen:
Veel fietsers denken dat het in de verkeerswet staat dat je achter elkaar moet fietsen (na bellen) als een snelle fietser wil passeren. Dat klopt niet.
In artikel 3 van het RVV1990 staat dat je rechts moet houden (zoals alle bestuurders) en dat je naast elkaar mag fietsen. Daar staan geen beperkingen bij (die stond er voor 1990 wel bij). Dus als je keurig met zijn tweeën rechts van de weg naast elkaar fiets volg je gewoon de wet.
Nu kun je denken dat ze volgens kapstokartikel 5 van de wegenverkeerswet 1994 vlot aan de kant moeten. Daarin staat namelijk dat geen gevaar of hinder mag veroorzaken. Maar dat is een te ruime uitleg van dit artikel. Als je kijkt naar de juridische uitspraken over dit artikel dan moet er sprake zijn van evidente hinder en er moet een specifieke situatie zijn. Het belverbod voor fietsers is er bijvoorbeeld gekomen omdat dit niet aangepakt kon worden op basis van artikel 5.
Bellen heeft ook geen betekenis in de verkeerswet. Volgens artikel 28 mag je slechts geluidssignalen geven ter afwending van dreigend gevaar. En dat is er niet want je kan natuurlijk gewoon remmen en wachten.
Kortom. Wil je inhalen dan moet je dit, zoals zoveel verkeerssituatie die niet geregeld zijn in de wet, samen oplossen met geven en nemen. Een hoorbare bel is daarbij handig. Een hoge ping is voor veel ouderen echt niet te horen.
Conflicten
In de wet is niet geregeld hoe conflicten op het fietspad opgelost moeten worden via de verkeersregels. Als er veel conflicten zijn moet de wegbeheerder de inrichting verbeteren. Een andere oplossing is het maatschappelijk gewenste gedrag wel vastleggen in de verkeerswet.
15. Bedank iemand als hij voor je opzij gaat 😉